Een taalachterstand is niet hetzelfde als een taalontwikkelingsstoornis. Een taalachterstand kan ontstaan als een kind zijn moedertaal weinig hoort of spreekt. Door meer taalaanbod, haalt het kind de achterstand vaak weer in. Bij een taalontwikkelingsstoornis is er meer aan de hand. Er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren. Het proces van taalontwikkeling verloopt afwijkend doordat de hersenen taal niet optimaal verwerken. Alleen meer aanbod helpt dan niet. Er is een gespecialiseerde behandeling nodig.
Wat is het
In de hersenen van een kind met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) wordt taal minder goed verwerkt. Daardoor verloopt het leren van taal niet even snel of even makkelijk als bij andere kinderen. Een TOS wordt dus niet door meertaligheid, opvoeding of gehoorproblemen veroorzaakt! Naar schatting heeft 7% van de kinderen in de leeftijd van 5 jaar te maken met een taalontwikkelingsstoornis. Dat komt neer op twee kinderen per schoolklas.
Kinderen met een TOS hebben ten opzichte van hun leeftijdsgenootjes veel moeite met allerlei vaardigheden die te maken hebben met taal, zoals spreken en soms ook met het begrijpen van dingen. Bij kinderen met TOS zijn typische, vaak hardnekkige kenmerken in het spreken aanwezig:
- het kind kent weinig woorden
- het kind heeft moeite om op een woord te komen
- het kind is slecht verstaanbaar
- het kind maakt veel fouten bij het maken van zinnen
- het kind maakt erg korte zinnen
- het kind begrijpt anderen vaak niet
- het kind lijkt niet te luisteren
- het kind is erg stil en praat weinig
- het kind wordt boos als het niet begrepen wordt of anderen niet begrijpt
Gevolgen
Een TOS kan grote gevolgen hebben wanneer deze niet wordt herkend en onderkend. Als het kind dingen niet goed begrijpt en zich niet goed duidelijk kan maken, kan dat leiden tot veel misverstanden in de communicatie. Het kind zal zich hierdoor sneller gefrustreerd gaan voelen. Dit zie je terug in bijvoorbeeld agressief of juist teruggetrokken gedrag. Doordat taal een belangrijke rol speelt bij het denken, kunnen taalproblemen leiden tot leerproblemen of leerachterstanden. Ook kan een TOS negatieve gevolgen hebben voor het leren lezen en het begrijpend lezen.
Behandeling
Het is belangrijk dat we kinderen met TOS zo snel mogelijk helpen en de taal- en spraakontwikkeling stimuleren. De taal- en spraakontwikkeling is namelijk het sterkst tot ongeveer het zevende levensjaar. Bij kinderen met een TOS is vaak aanvullend onderzoek nodig om problemen in het gehoor, de non-verbale intelligentie en algehele ontwikkeling uit te sluiten. We maken daarbij gebruik van ons netwerk van experts uit verschillende vakgebieden. Hierbij kun je denken aan een kinderarts, orthopedagoog of een multidisciplinair audiologisch centrum (zoals Kentalis, UMCG of Pento).
Als de diagnose TOS bij je kind is gesteld, kijken we samen met jou waar de prioriteiten in de behandeling moet liggen en welke therapievorm het beste bij je kind past. Er bestaan diverse therapievormen, waaronder de indirecte en de directe therapie. Bij de indirecte therapie geven we jou handvatten hoe je in allerlei dagelijkse situaties extra aandacht aan de taal van je kind kunt besteden. Zo krijgt je kind veel mogelijkheden om taal te koppelen aan eigen ervaringen. Bij de directe therapie werkt de logopedist direct met je kind, in gerichte spelsituaties of met oefeningen. Ook daarbij werken we intensief samen met jou, zodat de oefeningen thuis kunnen worden herhaald. De leerkracht of peuterspeelzaalleidster betrekken we zo nodig ook bij de doelen, zodat ook op school of de peuterspeelzaal aandacht kan worden besteed aan de gestelde doelen. Bij kinderen die een licht of medium arrangement vanuit het cluster-2 hebben, werken we nauw samen met een ambulant begeleider.